Het geweldsincident medio oktober in de Mescid-i Aksa Moskee aan de Wagenstraat in Den Haag was geen haatmisdrijf. Dit staat uit een schriftelijke reactie van het college van burgemeester en wethouders op vragen van gemeenteraadsleden Hera Butt (GroenLinks) en Samir Ahraui (PvdA). Bij het incident werden door een vrouw enkele biddende moslima's aangevallen en korans verscheurd.
"Het betrof een incident met een persoon die verward gedrag vertoonde", staat in de brief. "Volgens de aanwezige hulpdiensten was er geen sprake van een bewuste keuze om juist deze locatie te betreden. Er wordt daarom niet aangenomen dat specifiek de moskee is uitgezocht om de orde te verstoren of om gericht schade toe te brengen."
Hoewel het incident dus geen gerichte actie zou zijn geweest, is de gemeente wel bereid om, naast wat er al gedaan wordt, aanvullende veiligheidsmaatregelen te nemen. Het moskeebestuur heeft eerder aangegeven dat er vaker incidenten plaatsvonden bij de moskee, waaronder geweld, haat en overlast, die de veiligheid van zowel de moskee als haar bezoekers in gevaar brachten.
Mogelijkheden
"Het college begrijpt de behoefte en heeft daarom al meerdere gesprekken gevoerd om te verkennen welke mogelijkheden er zijn om de veiligheid van de moskee en haar bezoekers te vergroten. In de Wagenstraat zijn bovendien al maatregelen getroffen, zoals het intensiveren van het contact met de wijkagenten en het leggen van contact met de Haagse Hosts. Daarnaast bestaat er een goede samenwerking met de veiligheidsregisseur van dit gebied. Tot slot is er in de Wagenstraat een vaste camera aanwezig die, indien nodig, door de politie kan worden uitgelezen."
Uit eerdere gesprekken zijn ook al enkele aanbevelingen en concrete maatregelen voor nieuwe maatregelen voortgekomen, meldt het college. "Zoals bijvoorbeeld het aanbieden van trainingen, gefaciliteerd door de gemeente en politie, voor vrijwilligers die tijdens openingstijden toezicht kunnen houden en adequaat kunnen en mogen handelen bij calamiteiten." Ook is er gesproken over het tijdelijk sluiten van de toegangspoort, bijvoorbeeld op momenten dat kinderen er les hebben en er geen gebed is. Tot slot is de gemeente bereid om extra elektronische beveiliging te faciliteren, inclusief een camera, zodat men kan zien wie er naar binnen wil.